Natuur, klimaat en rivieren

Land en natuurlijke hulpbronnen

Ghana is over het algemeen een laaggelegen land, met enkel een reeks heuvels aan de oostelijke grens. De zandige kust wordt ondersteund door een kustvlakte, deze wordt doorkruist door verschillende rivieren en beken, die in het algemeen alleen per kano bevaarbaar zijn.

Het westen van het land wordt onderbroken door zwaar beboste heuvels, vele beken en rivieren. In het noorden ligt een golvend savanneland dat is drooggelegd door de Zwarte en de Witte Volta rivieren. Deze rivieren zijn afkomstig van de Volta, waarvan het water in het zuiden via een smalle kloof naar de Atlantische Oceaan stroomt.

Planten en dieren

Veel van de natuurlijke vegetatie van Ghana is vernietigd door ontbossing voor de landbouw, maar deze bomen als de Giant Silk Cotton, Afrikaanse mahonie en ceder zijn nog steeds voorkomend in de tropische bossenzone van het zuiden. Tweederde van het noordelijke land is bedekt met een savanne-grasland (tropisch grasland met een verstrooiing van struiken en bomen en verspreid staande bomen). Er is ook een laag aantal dieren, vooral in het zuiden, maar het blijft relatief divers en bestaat uit luipaarden, hyena's, buffels, olifanten, everzwijnen, antilopen, en apen. Er zijn ook veel soorten reptielen, waaronder de cobra, de python, de pofadder, en de gehoornde adder.

Zuid-Ghana bevat groenblijvende loofbossen. De palmolie wordt gevonden in het zuiden en de Ashanti hooglanden, en de lagunes van de kust bevatten mangroves. Ooit overvloedig in de hele savanne, zijn grote zoogdieren zoals olifanten en leeuwen nu zeldzaam en grotendeels aanwezig in natuurgebieden. De bosgebieden zijn de habitats van apen, slangen, antilopen en sommige van de grote rivieren bevat krokodillen. Er zijn meer dan 725 vogelsoorten in Ghana.

Ontbossing

In de late 19de eeuw bedekten hardhoutbossen de zuidelijke helft van Ghana. Aanzienlijke delen van deze uitgestrekte bossen zijn vernietigd en vandaag de dag is ongeveer 39,7 procent (1995) van het land is bebost. Echter, niet al deze bossen zijn rendabel. Over 1,3 procent (1990-1996) van de resterende bossen gaat elk jaar verloren.

Ghana is de derde grootste producent van cacao in de wereld. Grote stukken bos zijn gekapt voor cacao gewassen die gedijen in de rijke bodem van het regenwoud. In tijden van lage cacaoprijzen, is de uitvoer van hout aanzienlijk toegenomen om de benodigde inkomsten te genereren.

In 1988 is Ghana gestart met een plan genaamd Forest Resource Management Project. In 1989 beperkt Ghana de export van 18 boomsoorten en in 1994 verbiedt het land de uitvoer van hardhout. Ongeveer 4,8 procent (1997) van het land is officieel beschermd, maar de illegale houtkap bedreigt Ghana.

Ontbossing, overbegrazing, en de periodieke droogte hebben geleid tot verwoestijning en bodemerosie. Het wildleven in Ghana is uitgeput door habitatverlies en wordt nog meer bedreigd door stroperijen.

Rivieren en meren

De belangrijkste rivier van het land is de Volta, die in het centrum van het land gevormd door de samenvloeiing van de Zwarte Volta en de Witte Volta. De Volta komt in de Golf van Guinee op Ada in het zuidoosten van Ghana binnen. In het begin van 1961 heeft de bouw van de Akosombo Dam gezorgd voor de vorming van Lake Volta. Het meer heeft een oppervlakte van 8.482 vierkante km, waardoor het onder een van ‘s werelds grootste kunstmatige meren valt. De twee belangrijkste zijrivieren van de Volta zijn de rivieren de Oti en de Afram. Andere belangrijke rivieren van Ghana zijn de Densu, Birim, Pra en Ankobra. Alle monden uit in de Golf van Guinee..